Maak kennis met de smaakmakers uit de West-Zeeuws-Vlaamse polder!
ZILTE EN ZEEGROENTEN
Zilte en zeegroenten zijn anders dan andere groenten. Omdat de planten veelal zilt zijn, zijn ze erg kwetsbaar. Het telen, oogsten en verpakken is veelal handwerk en erg arbeidsintensief. De teelt van zeegroenten is complex en staat nog voor een groot gedeelte in de kinderschoenen. Zeeland is met de ligging aan zee en de vele schorren en slikken de ideale kweektuin voor al het lekkers uit de zee.
Teelt en seizoen
Zilte-en zeegroenten groeien het beste in een rijke, organische bodem met voldoende stikstof. Daarnaast is een regelmatige zoute watergift belangrijk. Dit geeft de groenten hun kenmerkende zilte (zoute) smaak. Sommigen groeien op de bodem van de zee. Maar er zijn ook varianten die goed gedijen op de rand van schorren en slikken. Zo rond Pasen begint het seizoen en in de periode tot en met eind augustus zijn de meeste zeegroenten op hun best.
Soorten
De bekendste soort is zeekraal. De zachte, knapperige, lichtzoute smaak is voor iedereen verrassend. Deze pioniersplant is als geen ander bestand tegen zoute omstandigheden. Doordat hij tijdens het groeien zout opneemt, ontstaat de kenmerkende zilte smaak. Sinds een tijd wordt deze groente ook gekweekt in Zeeland.
Lamsoor heeft zout water nodig om in leven te blijven. Het groeit daarom in kuststreken op een zilte bodem. De groente ontleent zijn naam aan zijn uiterlijk. Lamsoren zijn lange groene bladeren en hebben de vorm van de oortjes van een lammetje. Een andere naam voor deze groente is ‘zeeaster’ of ‘zulte’. De bladeren smaken ziltig en passen daarom erg goed bij visgerechten. De in Nederland verkrijgbare lamsoren komen veelal uit Zeeland. Lange tijd werd deze verfijnde groente alleen in het wild geplukt. Tegenwoordig wordt het ook geteeld. In de volksmond heet lamsoor Zwinneblomme in de streek. In de bloeiperiode vanaf half juli kleurt een groot gedeelte van het Zwin paars.
Zeekool is een zoutminnende eetbare wilde plant. De koolbladen zijn bitter en oneetbaar. De stengels of stammen van de plant kunnen wel worden gegeten en hebben een lichte koolsmaak. Je proeft er zelfs iets van asperges in terug. Het is een vaste plant die goed gedijt op zilte grond. Net als bij asperges, worden de stengels gebleekt. Dit gebeurt door ze te aarden of er een pot overheen te zetten. Zeekool komt vooral in Europa langs de kustlijn voor. Ook in Nederland kun je de plant in het wild tegenkomen. In Zeeuws-Vlaanderen wordt zeekool geteeld.
Zeevenkel of zeekervel is een vaste plant, die behoort tot de schermbloemenfamilie. De plant komt van nature voor langs de Europese kust van de Atlantische Oceaan, Zwarte Zee en het Middellandse Zeegebied. De bladeren zijn eetbaar en kunnen vanaf mei geplukt worden. Deze delicatesse smaakt zilt en licht asperge-achtig en is rijk aan vitamine C. Rauw of kort opgebakken komt de groente het best tot zijn recht.
Zeemelde is een wintervast doorlevend en verhoutend kruid dat uitgroeit tot een klein struikje. De plant groeit van nature op schorren en slikken. De eetbare blaadjes zijn grijs van kleur. De jonge scheuten en de blaadjes kunnen het hele jaar door geoogst worden. Zowel de scheuten als de blaadjes hebben een licht zilte melde smaak. Net als alle andere melde doet de smaak een beetje denken aan spinazie.
Culinair
Zilte- en zeegroenten zijn dé Zeeuws Vlaamse smaakmakers bij uitstek! Bij talloze restaurants kom je deze toppers tegen op de kaart en op je bord. Vaak in combinatie met vis, schelp- en schaaldieren. Maar ook bij lam of vegetarische gerechten zijn deze groenten verassend goed te combineren. Ze zijn gemakkelijk in gebruik, want rauw, kort gestoofd of opgebakken zijn ze op hun best.
Leuk weetje!
Lamsoor is de zeeuwse naam voor zeeaster, maar eigenlijk overal ingeburgerd. Maar weet je ook welke groente de Zeeuws-Vlamingen zouterik noemen? In Zeeuws-Vlaanderen is zouterik de streeknaam voor zeekraal. Daarnaast kom je het woord tegen als locatienaam. In het Verdronken Land van Saeftinghe duidden de schaapherders van oudsher een bepaald gedeelte van de oudste kern van dit schorgebied, de Noord, aan met Zouterik. Op een Belgische landkaart van 1802 van de ‘schorren geleegen voor Kieldrecht’, nota bene opgemaakt ter bedijking van Saeftinghe, wordt de Zouterik reeds aangegeven. In Nieuwvliet wordt dit mooie woord nog steeds gebruikt, als straatnaam.
Bron: Veggipedia, Wikipedia, Culi Advies, Zeeuwslandschap 26/1
Lernen Sie die Aromen der Polder von West-Zeeuws-Vlaanderen kennen!
Salziges und Meeresgemüse
Salz- und Meeresgemüse unterscheiden sich von anderen Gemüsesorten. Da die Pflanzen oft salzhaltig sind, sind sie sehr anfällig. Der Anbau, die Ernte und die Verpackung sind meist manuell und sehr arbeitsintensiv. Der Anbau von Meeresgemüse ist komplex und steckt noch weitgehend in den Kinderschuhen. Die Lage Zeelands am Meer und die vielen Salzwiesen und Wattflächen sind der ideale Nährboden für alle Köstlichkeiten aus dem Meer.
Kultivierung und Jahreszeiten
Salz- und Meeresgemüse gedeihen am besten in einem reichen, organischen Boden mit ausreichend Stickstoff. Außerdem ist ein regelmäßiges salzhaltiges Gießen wichtig. Dadurch erhält das Gemüse seinen charakteristischen salzigen Geschmack. Einige wachsen auf dem Meeresgrund. Es gibt aber auch Arten, die am Rande von Salzwiesen und Wattenmeer gedeihen. Die Saison beginnt um Ostern, und die meisten Meeresgemüse sind zwischen jetzt und Ende August am besten.
Arten von
Die bekannteste Sorte ist der Meerfenchel, der mit seinem weichen, knusprigen und leicht salzigen Geschmack überrascht.
Diese Pionierpflanze ist wie keine andere resistent gegen salzige Bedingungen. Während des Wachstums nimmt sie Salz auf, was ihr ihren unverwechselbaren salzigen Geschmack verleiht. Seit einiger Zeit wird dieses Gemüse auch in Zeeland angebaut.
Lammohren braucht Salzwasser, um zu überleben. Sie wächst daher in Küstengebieten auf salzigen Böden. Das Gemüse verdankt seinen Namen seinem Aussehen. Lammohren sind wie lange grüne Blätter geformt. Ein anderer Name für dieses Gemüse ist "Seealster" oder "Zulte". Die Blätter haben einen salzigen Geschmack und passen daher sehr gut zu Fischgerichten. Die meisten der in den Niederlanden erhältlichen Lammohren stammen aus Zeeland. Lange Zeit wurde dieses raffinierte Gemüse nur in der freien Natur geerntet. Heutzutage wird sie auch angebaut. Lamsoor ist in der Region im Volksmund als Zwinneblomme bekannt. Während der Blütezeit ab Mitte Juli färbt sich ein großer Teil des Zwins violett.
Der Meerkohl ist eine salzliebende, essbare Wildpflanze. Die Blätter des Kohls sind bitter und ungenießbar. Die Stängel oder Stämme der Pflanze können gegessen werden und haben einen leichten Kohlgeschmack. Sie schmecken sogar etwas nach Spargel. Es handelt sich um eine mehrjährige Pflanze, die in salzigen Böden gut gedeiht. Genau wie beim Spargel werden die Stangen gebleicht. Dies geschieht, indem man sie erdet oder einen Topf darüber stellt. Der Meerkohl ist vor allem in Europa entlang der Küsten zu finden. Auch in den Niederlanden kann man die Pflanze in freier Wildbahn antreffen. Meereskohl wird in Zeeuws-Vlaanderen angebaut.
Der Meerfenchel ist eine mehrjährige Pflanze aus der Familie der Doldenblütler. Die Pflanze ist an den europäischen Küsten des Atlantiks, des Schwarzen Meeres und des Mittelmeers beheimatet. Die Blätter sind essbar und können ab Mai gepflückt werden. Diese Delikatesse schmeckt salzig und leicht spargelartig und ist reich an Vitamin C. Am besten schmeckt das Gemüse roh oder kurz angebraten.
Portulak ist ein winterhartes, mehrjähriges Kraut, das zu einem kleinen Strauch heranwächst. Die Pflanze wächst in der Natur auf Salzwiesen und im Wattenmeer. Die essbaren Blätter sind grau. Die jungen Triebe und Blätter können das ganze Jahr über geerntet werden. Sowohl die Triebe als auch die Blätter haben einen leicht salzigen Geschmack. Wie bei allen anderen Mellows erinnert der Geschmack ein wenig an Spinat.
Kulinarisch
Salziges und Meeresgemüse sind das seeländisch-flämische Gewürz schlechthin! In vielen Restaurants findet man sie auf der Speisekarte und auf dem Teller. Sie werden häufig mit Fisch, Schalen- und Krustentieren kombiniert. Aber auch zu Lammfleisch oder vegetarischen Gerichten passt dieses Gemüse erstaunlich gut. Sie sind einfach zu verwenden, denn sie schmecken am besten roh, kurz gedünstet oder sautiert.
Lustige Tatsache!
Lammohr ist der seeländische Name für die Seealster, aber eigentlich wird sie überall verwendet. Aber wissen Sie, welches Gemüse die Einwohner von Zeeuws-Vlaanderen Zouterik nennen? In Zeeuws-Vlaanderen ist Zouterik der regionale Name für Glaswurz. Das Wort wird auch als Ortsname verwendet. Im Verdronken Land van Saeftinghe bezeichneten die Hirten einen bestimmten Teil des ältesten Kerns dieses Salzwiesengebiets, das Noord, als Zouterik. Auf einer belgischen Karte des "schorren geleegen voor Kieldrecht" aus dem Jahr 1802, die zur Einschiffung von Saeftinghe erstellt wurde, ist der Zouterik bereits eingezeichnet. In Nieuwvliet wird dieses schöne Wort noch immer als Straßenname verwendet.
Découvrez les saveurs du polder de West-Zeeuws-Vlaanderen !
Légumes salés et de mer
Les légumes salés et de mer sont différents des autres légumes. Comme les plantes sont souvent salées, elles sont très vulnérables. Leur culture, leur récolte et leur conditionnement sont essentiellement manuels et nécessitent une main-d'œuvre importante. La culture des légumes de mer est complexe et en est encore largement à ses débuts. La situation de la Zélande en bord de mer et ses nombreux marais salants et vasières en font le terreau idéal pour tous les délices de la mer.
Culture et saisons
Les légumes salés et de mer poussent mieux dans un sol riche, organique et contenant suffisamment d'azote. En outre, un arrosage salé régulier est important. Cela donne aux légumes leur goût salé caractéristique. Certains poussent au fond de la mer. Mais il existe également des variétés qui prospèrent en bordure des marais salés et des vasières. La saison commence autour de Pâques et la plupart des légumes de mer sont à leur meilleur entre maintenant et la fin du mois d'août.
Types de
La variété la plus connue est la salicorne des marais, qui surprend tout le monde par son goût doux, croquant et légèrement salé.
Cette plante pionnière résiste aux conditions salines comme aucune autre. Il absorbe du sel pendant sa croissance, ce qui lui donne son goût salé distinctif. Depuis quelque temps, ce légume est également cultivé en Zélande.
La lavande de mer a besoin d'eau salée pour rester en vie. Elle pousse donc dans les zones côtières sur des sols salés. Le légume tire son nom de son apparence. Les oreilles d'agneau ont la forme de longues feuilles vertes. Un autre nom pour ce légume est "aster de mer" ou "zulte". Les feuilles ont un goût salé et accompagnent donc très bien les plats de poisson. La plupart des oreilles d'agneau disponibles aux Pays-Bas proviennent de Zélande. Pendant longtemps, ce légume raffiné n'a été récolté qu'à l'état sauvage. De nos jours, il est également cultivé. Lamsoor est populairement connu sous le nom de Zwinneblomme dans la région. Pendant la période de floraison de la mi-juillet, une grande partie du Zwin devient violette.
Le chou marin est une plante sauvage comestible qui aime le sel. Les feuilles de chou sont amères et non comestibles. Les tiges ou les troncs de la plante peuvent être consommés et ont un léger goût de chou. On peut même y sentir le goût de l'asperge. C'est une plante vivace qui prospère dans les sols salés. Tout comme les asperges, les tiges sont blanchies. Pour ce faire, on les met à la terre ou on place un pot au-dessus d'eux. Le chou marin se trouve principalement en Europe, le long du littoral. Aux Pays-Bas aussi, on peut rencontrer la plante à l'état sauvage. Le chou marin est cultivé en Zeeuws-Vlaanderen.
Le fenouil marin est une plante vivace appartenant à la famille des ombellifères. La plante est originaire de la côte européenne de l'océan Atlantique, de la mer Noire et de la région méditerranéenne. Les feuilles sont comestibles et peuvent être cueillies à partir de mai. Ce délice a un goût salé qui ressemble légèrement à celui de l'asperge et est riche en vitamine C. Le légume est à son meilleur lorsqu'il est consommé cru ou sauté brièvement.
Le pourpier est une herbe vivace et rustique qui se transforme en petit arbuste. La plante pousse naturellement dans les marais salés et les vasières. Les feuilles comestibles sont grises. Les jeunes pousses et les feuilles peuvent être récoltées tout au long de l'année. Les pousses et les feuilles ont un goût légèrement salé. Comme tous les autres mellows, le goût rappelle un peu celui des épinards.
Culinaire
Les légumes salés et de mer sont l'assaisonnement zélandais flamand par excellence ! Vous les trouverez au menu et dans votre assiette dans de nombreux restaurants. Ils sont souvent associés à des poissons, des coquillages et des crustacés. Mais ces légumes se marient aussi étonnamment bien avec l'agneau ou les plats végétariens. Ils sont faciles à utiliser, car ils sont à leur meilleur crus, brièvement mijotés ou sautés.
Un fait amusant!
L'oreille d'agneau est le nom zélandais de l'aster de mer, mais il est en fait utilisé partout. Mais savez-vous quel légume les habitants de Zeeuws-Vlaanderen appellent marais salants? En Zeeuws-Vlaanderen, zouterik est le nom régional de la salicorne. Le mot est également utilisé comme nom de lieu. Dans le Verdronken Land van Saeftinghe, les bergers avaient l'habitude de désigner une certaine partie du noyau le plus ancien de cette zone de marais salants, le Noord, sous le nom de Zouterik. Sur une carte belge de 1802 des "schorren geleegen voor Kieldrecht", qui a été dressée pour embankager Saeftinghe, le Zouterik est déjà indiqué. À Nieuwvliet, ce beau mot est toujours utilisé, comme nom de rue.
Get to know the flavours of the West-Zeeuws-Vlaanderen polder!
Salty and sea vegetables
Salty and sea vegetables are different from other vegetables. Because the plants are often salty, they are very vulnerable. Growing, harvesting and packing them is mostly manual and very labour-intensive. The cultivation of sea vegetables is complex and still largely in its infancy. Zeeland's location by the sea and its many salt marshes and mud flats make it the ideal breeding ground for all the delicacies from the sea.
Cultivation and seasons
Salty and sea vegetables grow best in a rich, organic soil with sufficient nitrogen. In addition, a regular salty watering is important. This gives the vegetables their characteristic salty taste. Some grow at the bottom of the sea. But there are also varieties that thrive on the edge of salt marshes and mud flats. The season starts around Easter and most sea vegetables are at their best between now and the end of August.
Types of
The best-known variety is marsh samphire, which surprises everyone with its soft, crunchy, slightly salty taste.
This pioneering plant is resistant to salty conditions like no other. It absorbs salt as it grows, creating its distinctive salty taste. For some time now, this vegetable has also been cultivated in Zeeland.
Sea lavender needs salt water to stay alive. It therefore grows in coastal areas on salty soil. The vegetable derives its name from its appearance. Lamb's ears are shaped like long green leaves. Another name for this vegetable is 'sea aster' or 'zulte'. The leaves have a salty taste and therefore go very well with fish dishes. Most of the lamb's ears available in the Netherlands come from Zeeland. For a long time, this refined vegetable was only picked in the wild. Nowadays, it is also cultivated. Lamsoor is popularly known as Zwinneblomme in the region. During the blooming period from mid-July, a large part of the Zwin turns purple.
Sea kale is a salt-loving edible wild plant. The cabbage leaves are bitter and inedible. The stems or trunks of the plant can be eaten and have a slight cabbage taste. You can even taste something of asparagus in them. It is a perennial plant that thrives in salty soil. Just like asparagus, the stems are bleached. This is done by earthing them or placing a pot over them. Sea kale is found mainly in Europe along the coastline. In the Netherlands, too, you can come across the plant in the wild. Sea kale is grown in Zeeuws-Vlaanderen.
Sea fennel is a perennial plant belonging to the umbellifer family. The plant is native to the European coast of the Atlantic Ocean, Black Sea and Mediterranean region. The leaves are edible and can be picked from May onwards. This delicacy tastes salty and slightly asparagus-like and is rich in vitamin C. The vegetable is at its best when eaten raw or sautéed briefly.
Sea purslane is a hardy, perennial herb that grows into a small shrub. The plant grows naturally on salt marshes and mud flats. The edible leaves are grey. The young shoots and leaves can be harvested throughout the year. Both the shoots and the leaves have a slightly salty taste. Just like all other mellows the flavour is a little reminiscent of spinach.
Culinary
Salty and sea vegetables are the Zeeland Flemish seasoning par excellence! You will find them on the menu and on your plate in many restaurants. They are often combined with fish, shellfish and crustaceans. But these vegetables also go surprisingly well with lamb or vegetarian dishes. They are easy to use, because they are at their best raw, briefly stewed or sautéed.
Fun fact!
Lamb's ear is the Zeeland name for sea aster, but it is actually used everywhere. But do you know which vegetable the people of Zeeuws-Vlaanderen call saltmarsh? In Zeeuws-Vlaanderen, zouterik is the regional name for glasswort. The word is also used as a location name. In the Verdronken Land van Saeftinghe, the shepherds used to refer to a certain part of the oldest core of this salt marsh area, the Noord, as Zouterik. On a Belgian map of 1802 of the 'schorren geleegen voor Kieldrecht', which was drawn up to embank Saeftinghe, the Zouterik is already indicated. In Nieuwvliet this beautiful word is still used, as a street name.