Het favoriete plekje van onze gastheer Kees van Oosten is de Schallegallepolder.
Nollen: in de hoge middeleeuwen heeft de zee diverse nollen opgeworpen zuidelijk van de Breskenszand, bijvoorbeeld Boerenhol. Nabij de Havendijk was een stevige ontstaan en enkele honderden meters verder nog zo een.
Uit de twee robuuste ontstond de z.g. Hogedijk. Tussen die twee werd een verbindingsdijkje gelegd: een zware klus met je kruiwagen en schop.
Naar het westen gaat de Hogedijk over in de Puyendijk: een puy is ook een verhoging.
Daarachter lag o.a. Groede beschermd tegen de zee.
Wel was het zo dat de zee nooit erg krachtig over de Breskenszand rolde.
Hoewel...
In 1508 was er een vreselijke stormvloed op Sint Gallen avond, 15 oktober.
Het kleine dijkje brak door. Dagenlang schuurde het water door het gat in de dijk, zodat men dit niet kon dichten. Groede liep gevaar en daarom legde men een ringdijkje om het gat heen, dit keer in de vorm van een rechte hoek naar het zuiden. Groede was weer veilig.
Iets later vroeg Philips van Kleef aan Maximiliaan van Oostenrijk of hij de Breskenszand mocht omdijken. Het kleine doorgebroken dijkje werd ook hersteld en zo ontstond de Groot Breskenspolder met daarin een klein poldertje.
Een ruime zeventig jaar later stuurde Philips II, de koning van Spanje, een groot leger naar de lage landen in het noorden onder aanvoering van zijn neef Alexander Farnese, de latere hertog van Parma. De bestuurders gunden de koning echter het land niet en staken dijken door om het land onder water te zetten. De bevolking verhuisde veelal naar Walcheren. Wat echter droog bleef was het kleine poldertje: de Schallegallepolder
Op 16 oktober is het Sint Gallendag, de naamdag van de Ierse Sint Gallus. Hij leefde van de 6e naar de 7e eeuw en was o.a. de stichter van een abdij bij Sankt Gallen in Zwitserland.
De term “schalle” komt van het woord ‘schallebieter’ dat in dit noordwestelijk deel van Vlaanderen gebezigd werd. Een beet in de dijk op de avond voor Sint Gallen
Nollen: in de hoge middeleeuwen heeft de zee diverse nollen opgeworpen zuidelijk van de Breskenszand, bijvoorbeeld Boerenhol. Nabij de Havendijk was een stevige ontstaan en enkele honderden meters verder nog zo een.
Uit de twee robuuste ontstond de z.g. Hogedijk. Tussen die twee werd een verbindingsdijkje gelegd: een zware klus met je kruiwagen en schop.
Naar het westen gaat de Hogedijk over in de Puyendijk: een puy is ook een verhoging.
Daarachter lag o.a. Groede beschermd tegen de zee.
Wel was het zo dat de zee nooit erg krachtig over de Breskenszand rolde.
Hoewel...
In 1508 was er een vreselijke stormvloed op Sint Gallen avond, 15 oktober.
Het kleine dijkje brak door. Dagenlang schuurde het water door het gat in de dijk, zodat men dit niet kon dichten. Groede liep gevaar en daarom legde men een ringdijkje om het gat heen, dit keer in de vorm van een rechte hoek naar het zuiden. Groede was weer veilig.
Iets later vroeg Philips van Kleef aan Maximiliaan van Oostenrijk of hij de Breskenszand mocht omdijken. Het kleine doorgebroken dijkje werd ook hersteld en zo ontstond de Groot Breskenspolder met daarin een klein poldertje.
Een ruime zeventig jaar later stuurde Philips II, de koning van Spanje, een groot leger naar de lage landen in het noorden onder aanvoering van zijn neef Alexander Farnese, de latere hertog van Parma. De bestuurders gunden de koning echter het land niet en staken dijken door om het land onder water te zetten. De bevolking verhuisde veelal naar Walcheren. Wat echter droog bleef was het kleine poldertje: de Schallegallepolder
Op 16 oktober is het Sint Gallendag, de naamdag van de Ierse Sint Gallus. Hij leefde van de 6e naar de 7e eeuw en was o.a. de stichter van een abdij bij Sankt Gallen in Zwitserland.
De term “schalle” komt van het woord ‘schallebieter’ dat in dit noordwestelijk deel van Vlaanderen gebezigd werd. Een beet in de dijk op de avond voor Sint Gallen