De favoriete plek van onze gastvrouw Ingrid Vanbrabant is Kulderzipke.
De voormalige manege heeft een ware metamorfose ondergaan. De paardenstallen zijn weg en hebben plaats gemaakt voor natuur. De paardenweiden en landbouwakkers achter het erf zijn omgetoverd tot een walhalla voor mens en dier. In 2017 ben ik begonnen met aanplanten. Er is nagedacht over het ontwerp, over de landschappelijke en historische waarden van een Zeeuwse haag en hoogstamfruitbomen. Een Zeeuwse haag was vroeger standaard op een Zeeuws boerenerf. Het was een gemixte haag met meidoorn, sleedoorn, veldesdoorn, hondsroos, eglantier, vlier en braam. De haag hield het vee in de wei. Mijn haag bestaat uit een mix van hondsroos, eglantier, meidoorn, gelderse roos, veldesdoorn en liguster.
De nieuw aangeplante fruitbomen zijn hoogstamfruitbomen. Ook dat was vroeger gebruikelijk. Het had een dubbelle functie. De dieren konden niet aan het fruit en de dieren hadden een schaduwplek.Er is een kersenboomgaard en boomgaard met mispel-, kweepeer- en moerbeibomen. Een boomgaard met appel-, peren- en pruimenbomen.
Er werd ook een bos aangeplant met loofbomen: esdoorn, eik, beuk, veldesdoorn, es, zwarte els, populier en wilg. In het bos staan nog walnootbomen, tamme kastanjes, hazelaars en lijsterbes. Er zijn heel veel struiken met eetbare bessen aangeplant: rode, witte en zwarte bes, kruisbes, jostabes, Japanse wijnbes, honingbes, fazantenbes, frambozen, bramen, zwarte appelbes, zuurbes, gele kornoelje, krenteboompje. En nog een paar bijzonderheden: een vijg, nachipeer, Chinese kornoelje en een pimpernoot.
Daar ik van geurende planten hou staan er in het bos: wilde kamperfoelie, jasmijn, seringen en meidoorn. Er is nog een poel met bloemenwei, een nestkast met torenvalken die ondertussen heel vertrouwd zijn met mij. De wilde bloemen zorgen dat bijen, hommels en allerlei insecten aan hun voedsel komen. Deze nieuwe natuur is een plek geworden waar allerlei dieren graag vertoeven. En ik ook.
De voormalige manege heeft een ware metamorfose ondergaan. De paardenstallen zijn weg en hebben plaats gemaakt voor natuur. De paardenweiden en landbouwakkers achter het erf zijn omgetoverd tot een walhalla voor mens en dier. In 2017 ben ik begonnen met aanplanten. Er is nagedacht over het ontwerp, over de landschappelijke en historische waarden van een Zeeuwse haag en hoogstamfruitbomen. Een Zeeuwse haag was vroeger standaard op een Zeeuws boerenerf. Het was een gemixte haag met meidoorn, sleedoorn, veldesdoorn, hondsroos, eglantier, vlier en braam. De haag hield het vee in de wei. Mijn haag bestaat uit een mix van hondsroos, eglantier, meidoorn, gelderse roos, veldesdoorn en liguster.
De nieuw aangeplante fruitbomen zijn hoogstamfruitbomen. Ook dat was vroeger gebruikelijk. Het had een dubbelle functie. De dieren konden niet aan het fruit en de dieren hadden een schaduwplek.Er is een kersenboomgaard en boomgaard met mispel-, kweepeer- en moerbeibomen. Een boomgaard met appel-, peren- en pruimenbomen.
Er werd ook een bos aangeplant met loofbomen: esdoorn, eik, beuk, veldesdoorn, es, zwarte els, populier en wilg. In het bos staan nog walnootbomen, tamme kastanjes, hazelaars en lijsterbes. Er zijn heel veel struiken met eetbare bessen aangeplant: rode, witte en zwarte bes, kruisbes, jostabes, Japanse wijnbes, honingbes, fazantenbes, frambozen, bramen, zwarte appelbes, zuurbes, gele kornoelje, krenteboompje. En nog een paar bijzonderheden: een vijg, nachipeer, Chinese kornoelje en een pimpernoot.
Daar ik van geurende planten hou staan er in het bos: wilde kamperfoelie, jasmijn, seringen en meidoorn. Er is nog een poel met bloemenwei, een nestkast met torenvalken die ondertussen heel vertrouwd zijn met mij. De wilde bloemen zorgen dat bijen, hommels en allerlei insecten aan hun voedsel komen. Deze nieuwe natuur is een plek geworden waar allerlei dieren graag vertoeven. En ik ook.