Het favoriete plekje van onze gastvrouw en gastheer Lutgart Vermeiren en Ludo Sterkens is het Zwin en met name het verhaal rond de uitbreiding van het Zwin.
Wat is een zwin?
Een zwin is een geul in haakvorm die eerst dwars op, maar dan afbuigt en evenwijdig aan het strand loopt. Je vindt ze dikwijls op het strand. Bij laag water zijn het de langgerekte plassen die overblijven en waar kinderen in ravotten.
De gigantische geul was een reusachtig zwin en kreeg zo een eigennaam: Het Zwin.
Waar komt de naam vandaan?
Het woord staat in verband met een oud, sinds lang verdwenen werkwoord swinen (zwijnen) (verzwakken, verdwijnen). Kortom, een Zwijn is een kustgeul of kreek waarin de waterstand periodisch "zwijnt", d.w.z. afneemt, daalt bij eb, om daarna weer te stijgen bij vloed.
Let wel: op oude kaarten wordt de zeearm nog als “Zwyn” vernoemd.
Geschiedenis
Het Zwin, de zeearm die in het begin van de twaalfde eeuw ontstond in deze regio, heeft de streek zeer veel welvaart gebracht. Zeeschepen uit die tijd konden de zeearm bevaren tot aan Damme, dat als voorhaven van Brugge dienst deed.
De verzanding van het Zwin leidde echter tot een verminderde bevaarbaarheid. De havensteden die ondertussen langs de vaargeul waren ontstaan, zijn daardoor nadien één na één verdwenen of hebben alleszins hun havenfunctie, en daarbij hun glorie, verloren. De soms majestueuze gebouwen en grote kerken zijn een herinnering aan vervlogen tijden. Ook zijn ballasstenen, die men hier en daar nog vindt, een teken dat de scheepvaart op en de handel langs het Zwin zeer bloeiende tijden heeft gekend.
Zand, maar ook de kleideeltjes die in suspensie door het zeewater werden aangevoerd, vulden uiteindelijk de hele geul en verhoogden het gebied.
Slikken verdwijnen
De getijdengeul die al ruim 150 jaar door de internationale dijk wordt ingeperkt, werd ondieper en smaller, terwijl de slikken en schorren steeds hoger kwamen te liggen. Slikken werden schorren waardoor vooral de steltlopers, die in het slik hun voedsel zoeken, het gebied gingen mijden om te broeden of te overwinteren. Ook de schorren zijn uiteindelijk te hoog voor een regelmatige bevloeiing door het zoute water en de biodiversiteit verlaagt drastisch. Ieder bezoeker van het Zwin Natuur Park kan zelf vaststellen dat de verzanding nog steeds doorgaat.
De Zwinuitbreiding
De werken aan de Westerschelde zijn uitgevoerd volgens de afspraken tussen België en Nederland om de haven van Antwerpen bereikbaar te houden. Daardoor zijn er slikken en schorren verdwenen in beide landen. De uitbreiding van het Zwin-natuurdomein is een maatschappelijke keuze ter compensatie van het verlies aan deze beschermde biotopen in de Westerschelde.
Omdat buitendijks de bodem wel en binnendijks de bodem niet meer verhoogde door het aangevoerde zand en slib, is het nieuwe, ontpolderde gedeelte nu 1 tot 1.5 meter lager gelegen dan het oude gedeelte van de zwinvlakte. De meer dan 100 ha nieuwe slikken worden tweemaal daags overstroomd, terwijl dit voor het oudere gedeelte slechts zeer sporadisch gebeurt omdat veel van de schorren daarvoor veel te hoog liggen.
Resultaat
-een uitbreiding van de oppervlakte aan getijdennatuur (compensatie)
-een meer duurzame oplossing voor de verzanding van de Zwingeul (grotere komberging)
-een betere kustbescherming (geen hogere dijk, maar verder landinwaarts)
-de bezoekers kunnen meer dan ooit laten genieten van het Zwin (gezondheid).
De “Nieuwe internationale dijk"
De oude zwinvlakte was duidelijk aan vernieuwing toe: de slikken waren bijna verdwenen en de schorren waren zo hoog geworden dat ze bijna niet meer overspoeld werden door zout water. De schorren gingen vergrassen.
Het pompgemaal
Op het punt waar de dijk terug ombuigt naar de zee bevindt zich een gemaal. Dit pompsysteem is belangrijk om de akkers, die binnendijks liggen, niet te laten verzilten. Het zoute water dat onder de dijk naar het binnenland doorsijpelt wordt opgevangen in de “zoute” gracht. Dit water wordt regelmatig teruggepompt naar het Zwin. Het hogere waterniveau van de “zoete” gracht die daarnaast ligt en gevoed wordt met polderwater, zorgt ervoor dat er wel druk is van zoet naar zout, maar niet omgekeerd.
En omdat door de klimaatverandering niet alleen het niveau van de zeespiegel zal stijgen, maar ook de regenbuien heviger zullen worden, heeft men een grote pomp geïnstalleerd. In noodgeval kan die het regenwater, als dat via het Leopoldkanaal (de blinker in de volksmond) niet vlot kan afgevoerd worden, overpompen naar het Zwin. Om die pomp in dat geval voldoende lang te laten draaien, heeft men binnendijks een “pompboezem” voorzien, een vijver die deels begroeid is met riet om er de bruine kiekendief te laten broeden.
Twee dijken naast mekaar
Langs de Belgische zijde lag nog een oude, slapende dijk. Aan deze oude beschermde dijk, de Nieuwe Hazengraspolderdijk, mocht niet worden geraakt. Daardoor verkreeg de nieuwe dijk zijn speciale, ongebruikelijke vorm.
Hier en daar zijn er punten langs waar men de Nieuwe Internationale dijk kan verlaten om zo naar het binnenland te wandelen of te fietsen. Bij een wandeling binnendijks de slapende Nieuwe Hazengraspolderdijk komt men voorbij een aantal bunkers in die dijk. Vleermuizen gebruiken deze bunkers soms om er hun winterslaap te doen en soms vindt men er wel eens een vogelnestje.
Wat is een zwin?
Een zwin is een geul in haakvorm die eerst dwars op, maar dan afbuigt en evenwijdig aan het strand loopt. Je vindt ze dikwijls op het strand. Bij laag water zijn het de langgerekte plassen die overblijven en waar kinderen in ravotten.
De gigantische geul was een reusachtig zwin en kreeg zo een eigennaam: Het Zwin.
Waar komt de naam vandaan?
Het woord staat in verband met een oud, sinds lang verdwenen werkwoord swinen (zwijnen) (verzwakken, verdwijnen). Kortom, een Zwijn is een kustgeul of kreek waarin de waterstand periodisch "zwijnt", d.w.z. afneemt, daalt bij eb, om daarna weer te stijgen bij vloed.
Let wel: op oude kaarten wordt de zeearm nog als “Zwyn” vernoemd.
Geschiedenis
Het Zwin, de zeearm die in het begin van de twaalfde eeuw ontstond in deze regio, heeft de streek zeer veel welvaart gebracht. Zeeschepen uit die tijd konden de zeearm bevaren tot aan Damme, dat als voorhaven van Brugge dienst deed.
De verzanding van het Zwin leidde echter tot een verminderde bevaarbaarheid. De havensteden die ondertussen langs de vaargeul waren ontstaan, zijn daardoor nadien één na één verdwenen of hebben alleszins hun havenfunctie, en daarbij hun glorie, verloren. De soms majestueuze gebouwen en grote kerken zijn een herinnering aan vervlogen tijden. Ook zijn ballasstenen, die men hier en daar nog vindt, een teken dat de scheepvaart op en de handel langs het Zwin zeer bloeiende tijden heeft gekend.
Zand, maar ook de kleideeltjes die in suspensie door het zeewater werden aangevoerd, vulden uiteindelijk de hele geul en verhoogden het gebied.
Slikken verdwijnen
De getijdengeul die al ruim 150 jaar door de internationale dijk wordt ingeperkt, werd ondieper en smaller, terwijl de slikken en schorren steeds hoger kwamen te liggen. Slikken werden schorren waardoor vooral de steltlopers, die in het slik hun voedsel zoeken, het gebied gingen mijden om te broeden of te overwinteren. Ook de schorren zijn uiteindelijk te hoog voor een regelmatige bevloeiing door het zoute water en de biodiversiteit verlaagt drastisch. Ieder bezoeker van het Zwin Natuur Park kan zelf vaststellen dat de verzanding nog steeds doorgaat.
De Zwinuitbreiding
De werken aan de Westerschelde zijn uitgevoerd volgens de afspraken tussen België en Nederland om de haven van Antwerpen bereikbaar te houden. Daardoor zijn er slikken en schorren verdwenen in beide landen. De uitbreiding van het Zwin-natuurdomein is een maatschappelijke keuze ter compensatie van het verlies aan deze beschermde biotopen in de Westerschelde.
Omdat buitendijks de bodem wel en binnendijks de bodem niet meer verhoogde door het aangevoerde zand en slib, is het nieuwe, ontpolderde gedeelte nu 1 tot 1.5 meter lager gelegen dan het oude gedeelte van de zwinvlakte. De meer dan 100 ha nieuwe slikken worden tweemaal daags overstroomd, terwijl dit voor het oudere gedeelte slechts zeer sporadisch gebeurt omdat veel van de schorren daarvoor veel te hoog liggen.
Resultaat
-een uitbreiding van de oppervlakte aan getijdennatuur (compensatie)
-een meer duurzame oplossing voor de verzanding van de Zwingeul (grotere komberging)
-een betere kustbescherming (geen hogere dijk, maar verder landinwaarts)
-de bezoekers kunnen meer dan ooit laten genieten van het Zwin (gezondheid).
De “Nieuwe internationale dijk"
De oude zwinvlakte was duidelijk aan vernieuwing toe: de slikken waren bijna verdwenen en de schorren waren zo hoog geworden dat ze bijna niet meer overspoeld werden door zout water. De schorren gingen vergrassen.
Het pompgemaal
Op het punt waar de dijk terug ombuigt naar de zee bevindt zich een gemaal. Dit pompsysteem is belangrijk om de akkers, die binnendijks liggen, niet te laten verzilten. Het zoute water dat onder de dijk naar het binnenland doorsijpelt wordt opgevangen in de “zoute” gracht. Dit water wordt regelmatig teruggepompt naar het Zwin. Het hogere waterniveau van de “zoete” gracht die daarnaast ligt en gevoed wordt met polderwater, zorgt ervoor dat er wel druk is van zoet naar zout, maar niet omgekeerd.
En omdat door de klimaatverandering niet alleen het niveau van de zeespiegel zal stijgen, maar ook de regenbuien heviger zullen worden, heeft men een grote pomp geïnstalleerd. In noodgeval kan die het regenwater, als dat via het Leopoldkanaal (de blinker in de volksmond) niet vlot kan afgevoerd worden, overpompen naar het Zwin. Om die pomp in dat geval voldoende lang te laten draaien, heeft men binnendijks een “pompboezem” voorzien, een vijver die deels begroeid is met riet om er de bruine kiekendief te laten broeden.
Twee dijken naast mekaar
Langs de Belgische zijde lag nog een oude, slapende dijk. Aan deze oude beschermde dijk, de Nieuwe Hazengraspolderdijk, mocht niet worden geraakt. Daardoor verkreeg de nieuwe dijk zijn speciale, ongebruikelijke vorm.
Hier en daar zijn er punten langs waar men de Nieuwe Internationale dijk kan verlaten om zo naar het binnenland te wandelen of te fietsen. Bij een wandeling binnendijks de slapende Nieuwe Hazengraspolderdijk komt men voorbij een aantal bunkers in die dijk. Vleermuizen gebruiken deze bunkers soms om er hun winterslaap te doen en soms vindt men er wel eens een vogelnestje.
Contact info
Uitbreiding van het Zwin
Graaf Leon Lippensdreef 8 KNOKKE-HEIST